Biotensegriteit

“It is the pervading law of all things organic and inorganic, of all things physical and metaphysical, of all things human and all things superhuman, of all true manifestations of the head, of the heart, of the soul, that the life is recognizable in its expression, that form ever follows function. This is the law.”(Louis Sullivan, 1896)

In Pilates zijn principes zoals het verlengen van de wervelkolom (‘spinal elongation’), geïntegreerd bewegen van binnen naar buiten, werken met energie in oppositie,… fundamenteel. Intuïtief worden deze aanwijzingen snel begrepen. Ook voor dansers zijn dit herkenbare principes om de juiste expressie en vormspanning in hun werk te creëren. Nochtans staan deze principes haaks op de klassieke anatomische, biomechanische kijk op het menselijk lichaam. Het skelet dat traditioneel gezien wordt als een stapeling van botten, bijeengehouden door de zwaartekracht (continue verticale compressie), en in beweging gebracht door de hefboomwerking van spieren op gewrichten. Hoe kan, volgens dit model, een giraf haar kop dragen met haar lange nek, hoe blijft een flamingo staan zonder te breken op zijn ranke poot, hoe kunnen, volgens dit compressie model, de lijnen van een (klassieke) danser(es) oneindig lijken?

Biotensegriteit is een relatief recent biomechanisch model dat toelaat de groei en de beweging van het organische (in de context van Pilates, het menselijke) te beschouwen, en de vorm/gestalte te begrijpen, vanuit een volledig verschillend perspectief dan het klassieke, westerse biomechanisch model. In essentie gaat dit principe over biologische structuur.

Wat anatomie betreft, is het klassieke model een analytisch model dat het menselijk lichaam doorheen de eeuwen als het ware ‘van buiten naar binnen’ heeft ontleed, de onderdelen benoemd, en opnieuw in elkaar heeft geplaatst. De klassieke biomechanica verklaart beweging, waarbij ze gebruikmaakt van wetten en principes die geformuleerd werden in omgang met inerte materie (gebouwen, machines,…) en haar gedrag ten opzichte van de zwaartekracht. Deze mechanica legt de nadruk op compressie om de integriteit van de vorm te behouden, zoals op elkaar gestapelde stenen een muur vormen. De compressie van de zwaartekracht wordt van de ene steen op de andere overgedragen naar de aarde. Zonder zwaartekracht geen muur. Gewicht van de structuur speelt, in tegenstelling tot organische structuren, nauwelijks een rol. In haar analytische benadering laat deze mechanica weinig ruimte om het gedrag van het organisch geheel te begrijpen. De benadering van de biotensegriteit, in de jaren ’70 ontwikkeld door de Amerikaanse orthopeed Dr. Stephen Levin, opent een nieuw perspectief om vorm en beweging van organische entiteiten te begrijpen. Deze visie opent een nieuw begrip van de werking van het lichaam, en werpt een nieuw licht op gedrag dat vanuit de oude visie niet te verklaren was.

Het begrip tensegriteit is afkomstig van de Amerikaanse architect, visionair, filosoof,…. Buckminster Fuller. Hij was het fundamenteel oneens met de klassieke westerse mechanische en geometrische benadering van de werkelijkheid, die volgens hem zo in zijn abstractie was geëvolueerd dat ze nog weinig met de empirische werkelijkheid te maken had. Hij ontwikkelde een systeem van allesomvattend denken om de werkelijkheid te verklaren in zijn hoofdwerk: ‘Synergetics’. In dit werk bestudeert hij de zelforganisatie van patronen in systemen. Fuller herkende een alomtegenwoordig principe in de empirische werkelijkheid, namelijk het samenspel tussen spanning (‘tension’) en compressie (‘compression’) als een drijvende kracht om vormen en patronen te generen. Beide krachten zijn altijd tezamen aanwezig en houden elkaar in evenwicht (‘integrity’). Het was zijn leerling Kenneth Snelson (1927-2016), een beeldhouwer, die voor het eerst een structuur bouwde die deze krachten materialiseerde (X-piece, 1949), een visualisatie van het evenwicht tussen compressie en spanning (‘Islands of compression in a sea of tension’). Snelson blijft zijn verdere leven structuren bouwen, op dit principe gebaseerd.

Pas midden de jaren ’70 heeft orthopedisch chirurg Stephen Levin het fundamentele inzicht, terwijl hij Snelson’s ‘Needle tower’ bekijkt, dat dit model de basis kon vormen voor een nieuwe biomechanische benadering. Dr. Snelson merkte op dat de Needle tower van Snelson veel gelijkenis bezat met het mechanisch gedrag van de wervelkolom. Rond diezelfde periode ontdekt celbioloog Donald Ingber dat een cel zich, wat vorm en werking betreft, gedraagt als een tensegriteit-icosahedron. Dus, zowel op micro- als op macroschaal blijkt het organische zich te gedragen als een tensegriteit. Van Dr. Levin komt de term ‘biotensegriteit’, sedertdien voert hij onderzoek omtrent dit principe.

Tensegriteit is een samentrekking van de woorden ‘tension’ (in het Nederlands hier vertaald door ‘spanning’, mechanisch zou ‘trekspanning’ nog juister zijn) en ‘Integrity’ (integriteit). De integriteit, m.a.w. de samenhang en op die manier vormvastheid, van een tensegriteit structuur is het resultaat van evenwicht tussen 2 basiskrachten: (continue) spanning en (discontinue) compressie. Het voorzetsel ‘Bio’ refereert naar het organische dat zich op deze manier mechanisch gedraagt.

Levende organismen gedragen zich anders dan machines en door de mens gemaakte constructies, ze tonen samenhang en tonus (vormintegriteit van binnen uit). Ze zijn gegroeid vanuit één cel, alles is met alles verbonden. Uiteraard bewegen we in het veld van de zwaartekracht, maar onze gestalte ontwikkelde zich structureel van binnen uit, vanuit het embryonaal mesoderm tot een volgroeid mens. We zijn niet afhankelijk van de verticale compressie die de zwaartekracht uitoefent om de integriteit van onze gestalte te bewaren. Het is de ‘veerkracht’ en de subtiele balans van dit geheel die bepalen of en in welke mate we de zwaartekracht en andere extern inwerkende krachten aankunnen. Biotensegriteit biedt een meer samenhangende uitleg voor het mechanisch gedrag van biologische structuren. Het werpt nieuw licht op de groei, de vormintegriteit als op hoe alles samenhangt binnen een structuur, van micro- tot macroschaal. Het verduidelijkt de manifestatie van patronen en de zelforganisatie van natuurlijke vormen op elk niveau, van cel tot gestalte.

De studie van biotensegriteit is nauw verbonden met het steeds belangrijk wordende onderzoekdomein rond het bindweefsel (fascia) in het menselijk lichaam. De fascia vormen een continu spanning web doorheen het lichaam, dat alles omhult en alles met alles verbindt. Dit netwerk werd lange tijd genegeerd als ernstig studiedomein binnen de klassieke geneeskunde.

Spieren worden omhuld, gepenetreerd en met elkaar verbonden door bindweefsel, men spreekt in deze context over het myofasciaal geheel. Evenwicht binnen dit continu spanningsnetwerk laat een optimale plaatsing van het skelet toe. Wanneer het lichaam als tensegriteit wordt bekeken, vormen de botten op hun beurt de discontinue compressie elementen. Spieren worden niet langer op zichzelf staand gezien, maar alles is met alles verbonden door de omhullende en doorkruisende fascia. Lijnen van fasciale trek worden bijvoorbeeld in het werk van Thomas Myers gedefinieerd, hij spreekt over ‘myosfasciale meridianen’ (Anatomy Trains). Ze verbinden boven met onder, links met rechts, diep met oppervlakkig, en vormen op die manier de basis voor het lichaam als tensegriteit. Deze myofasciale lijnen kunnen pijn of spanning verduidelijken op een afstand van de initiële oorzaak en pleiten in het voordeel van een geïntegreerde aanpak zowel therapeutisch als in de context van bewegen.

Het is in feite een delicate balans van spannings- en compressiekrachten die de structuur in perfecte balans houden. Het manipuleren van een tensegriteit icosahedron geeft een meer tactiel gevoel en maakt dit principe beter te begrijpen. Wat het menselijk spanningsnetwerk betreft, werken we naar een subtiel samenspel tussen kracht en flexibiliteit, geen van beiden overheerst. Wanneer spieren te zwak of te sterk worden, ligamenten te laks, of wanneer een slechte houding zich vastzet, dan verliezen we tensegriteit. Het verlies aan tensegriteit is een belangrijke oorzaak van veel klachten.

‘Needle tower’ Kenneth Snelson

BIOTENSEGRITEIT & PILATES

Een biotensegriteit structuur zal altijd op zoek gaan naar evenwicht voor het volledige systeem, evenwicht tussen spanning en compressie, en proberen de uitwendige krachten te verdelen over het gehele continue spanning web, om haar integriteit te bewaren. Dit holistisch principe is zeer consistent met het Pilates principe van streven naar evenwicht.

Het biotensegriteit model biedt een kader om naar relaties in het lichaam te kijken. Dit is wat we ook doen in een Pilates les, voortdurend kijken naar en bewust worden van relaties in het lichaam en hoe deze houding en beweging beïnvloeden. We gaan voortdurend op zoek naar de meest evenwichtige, symmetrische, vanuit het diepe centrum gesteunde gestalte als mogelijk. Door kracht en flexibiliteit te trainen, proberen we de algemene veerkracht van het lichaam te verhogen. Dit vraagt vanzelfsprekend om een diepe mentale focus.

Deze manier van kijken biedt ook een perfect theoretisch kader, om het principe van ‘(spinal) elongation’ in Pilates te funderen: een delicate spanning in het diep myofasciaal stelsel die zorgt voor optimale ruimte tussen de botten (van de wervelkolom).

Belangrijk in deze context is ook de kinesthetische factor, de link met het bewustzijn. Het web van fascia is rijkelijk van zenuwen voorzien en belangrijk voor het proprioceptief vermogen. Dit is het vermogen ‘zichzelf’ ruimtelijk te situeren. De ontwikkeling van het proprioceptief vermogen is een fundamenteel en nooit eindigend proces in Pilates. Het is fundamenteel voor het ontwikkelen van een betere houding, een meer gedoseerde spanning in het lichaam, kortom de basis voor ‘mindfull movement’.

Onze doelstelling in de Pilates les is veerkracht (mind & body) op te bouwen tegen externe invloeden. We gebruiken hiervoor de zwaartekracht bij het matwerk, en de veren op de toestellen. De veren van de toestellen hebben een ‘spannings’ kwaliteit met eindeloze mogelijkheden om het myofasciale web in een perfecte balans tussen kracht en flexibiliteit te trainen. Met de veren kunnen we assisteren in de richting van de trek van de myofasciale lijnen of, wanneer het lichaam sterk genoeg is, extra compressie toevoegen om de uitdaging te vergroten. Pilates training biedt eindeloze mogelijkheden om de biotensegriteitskwaliteit van het lichaam te trainen, en vanuit het perspectief van dit concept krijgt Pilates nog een extra betekenislaag.